21 december 2020
OVERHELLEN AAN DE STYX.
Ik heb er
over nagedacht,
maar zal de aantallen nooit weten –
De mannen
die verdronken
in rivieren
en vrouwen,
opgeslokt
door liefde.
Het is voor niets geweest.
Al wat zij
moesten verliezen en al wat zij
ermee
verdienden:
het hield geen stand,
maar toch –
Alsnog was er dat aandringen,
dat
willen vast zitten van handen
aan een paar
andere.
Ik zag de vingers om me heen,
miljarden
grijpend
in het rond, of dat kon
uitstellen
wat onontkoombaar was:
dat wij nog overhelden bij de pont,
Charon
obolen
onder onze tong vandaan trok,
wij elkaar los lieten
en ook de liefde,
dat niets
behouden bleef
in
de overtocht.
– Malon