22 december 2020
VOOR DE SCHADUW HET BEVESTIGT.
Het was of ze steeds een andere duisternis binnen ging –
Een die dieper was
dan onze
en een die net iets harder
instortte,
alsof ze de donkerte voor wilde zijn,
het zwart
dat alsmaar groter werd
naarmate de grond naderde.
Zij wilde neerkomen
nog voor
haar schaduw.
En er zijn dagen dat ik haar nog hoor,
ritselend
aan een tak.
Een blad,
een beetje geel geworden van de dood.
En misschien wàs ze wel gewoon
dat blad,
wilde ze schudden met een windvlaag
en traagjes
naar beneden komen. Dwarrel,
de weerstand van een veer bevatten in plaats van
steeds maar vast zitten
daar aan haar boom.
Misschien wilde ze samen komen op een
rustig bospad,
los
van stam
en op een plek
waar wij uiteindelijk allemáál samen komen, ergens
na de herfst, het winteren.
De wind
uit ons geslagen,
met een laatste knak
die het bestaan bevestigt,
opnieuw
met duizenden bij elkaar,
opnieuw met duizenden
onder
de schaduw.
– Malon